Op dinsdag 13 januari is er een interview met Adrie Groot, voorzitter College van Bestuur van Stichting Flore, verschenen in het Noord-Hollands Dagblad. Lees hieronder het hele artikel.
Door Marjolein Eijkman
HEILOO - Wat wens je je kinderen toe voor de toekomst? Geluk en gezondheid natuurlijk en allicht staan ook creativiteit, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen en empathie op het lijstje. Eigenschappen die kinderen niet kunnen leren, maar moeten ontwikkelen. De ruimte voor die ontwikkeling moet er veel meer zijn op basisscholen, aldus Adrie Groot, voorzitter van het college van bestuur van schoolbestuur Flore.
Basisscholen aan vooravond grote veranderingen
Er is een revolutie gaande, die geruisloos aan veel ’gewone burgers’ voorbijgaat, maar bij betrokkenen voor grote beroering zorgt. Het basisonderwijs staat namelijk aan de vooravond van grote veranderingen.
Stichting Flore, schoolbestuur met dertig basisscholen in Noord-Kennemerland, de Kop van Noord-Holland en Waterland, is één van de voorlopers.
Empathie is één van die eigenschappen die je een kind niet zomaar kunt aanleren. „Elk kind beschikt bij geboorte over empathisch vermogen”, vertelt Groot. „Maar als de omgeving het kind niet prikkelt dat vermogen te gebruiken, komt het niet tot leven.”
Uit onderzoek is gebleken dat ons empathisch vermogen de laatste twintig jaar met vijftien procent is afgenomen. Terwijl het vermogen je in te leven in anderen én jezelf essentieel is voor kinderen om zich in de toekomst staande te houden in de maatschappij. Groot: „We moeten af van die ’ikke-cultuur’. We zijn verleerd ons in elkaar te verdiepen en al helemaal verleerd onszelf te kennen.”
Lontje
Want de kem van ontwikkeling is het kennen van jezelf, stelt hij. „Wie ben je en hoe zitje in elkaar? Heb je een kort of juist lang lontje, ben je introvert of extravert? De kinderen van nu kennen zichzelf onvoldoende en hebben daardoor bijvoorbeeld heel veel moeite met het kiezen van de juiste studie.”
Hoe stimuleer je de ontwikkeling van empathie? „Simpel voorbeeld: vraagje kind ’s avonds aan de eettafel eens niet wat hij gedaan heeft, maar waar hij blij van werd vandaag. Of boos, of verdrietig. Dan leert hij gevoelens herkennen en taal te gebruiken om ze te verwoorden. Gaandeweg leert hij die gevoelens ook bij anderen herkennen en ziet wat dit met die ander doet. Om klaar te zijn voor de toekomst, is het heel belangrijk dat kinderen zich deze waarden en vaardigheden eigen maken.”
Door de ontwikkeling van het kind weer centraal te stellen, moeten scholen kinderen de ruimte geven eigenschappen als empathie te ontplooien, zegt Groot. „We zijn doorgeschoten in de afrekencultuur. We baseren alles op taal, rekenen en vooral lijstjes. Alles draait om de gemiddelde norm. Een toets is prima, hoor”, benadrukt hij. „Maar kijk naar het kind en zijn niveau. Nu stelt de inspectie voor de Cito-toets een landelijke norm die is gebaseerd op het gemiddelde van alle gemaakte toetsen. Dan zit dus automatisch de helft van de kinderen uit groep 8 onder het gemiddelde. Dat zegt niets over hoe een kind zich ontwikkelt en daar moetje op zo’n moment juist naar kijken.”
Spelend leren is het credo. „Echte ontwikkeling begint in je hart. Als ietsje raakt en energie geeft, leer je het makkelijker. Als een kind letters leuk vindt, spring daar dan op in. Dat moment ben je over vier maanden
misschien kwijt, dan is hij met andere dingen bezig.”
Om hiervoor op scholen het juiste klimaat te creëren, is flexibiliteit nodig. „Het ene kind is eerder aan een niveau toe dan het andere. We moeten dus in kleinere groepjes lesgeven. Maar ook afstappen van de indeling in groepen en verschillende leeftijden bij elkaar zetten. Dan leren de jongere kinderen van de oudere en andersom.”
Talent
Hij pleit ook voor flexibele schoolroosters. „Om ruimte te geven voor extra lessen. Bijvoorbeeld muziekles van docenten van de muziekschool, zoals we op de Paulusschool in Heiloo zouden willen, zodat kinderen kunnen ontdekken waar hun talent ligt. Maar we zouden ook naar het bioritme van kinderen kunnen kijken. Als een kind een uur gepresteerd heeft, moet hij even bewegen, energie kwijt raken. Als je ze meer laat bewegen tijdens schooltijd, zitten ze wel langer op school, maar hebben er veel meer aan. En ze vinden het waarschijnlijk nog leuker ook.”
Op de Florescholen en veel andere scholen is de revolutie al ingezet. Een revolutie die ook het nodige vergt van de leerkrachten. „We kunnen niet zomaar tegen ze zeggen dat ze dit moeten gaan doen, daar moeten we -bijvoorbeeld door de bureaucratie te verminderen- ruimte en tijd voor creëren.”
Adrie Groot houdt een wekelijks blog bij over de onderwijsrevolutie op www.stichtingflore.nl